Hulp bij gerechtelijke uithuiszetting

Ondanks de goede verstandhouding die veelal tussen eigenaar en huurder bestaat, kunnen er conflicten optreden die verder kunnen escaleren.

Een eigenaar kan aan het vredegerecht vragen om een huurder uit de woning te zetten in volgende gevallen:

  • Wanneer de huurder sinds meerdere maanden geen huur meer heeft betaald
  • wanneer de huurder de woning vernielt of aan de basis ligt van ernstige burenhinder
  • wanneer hij de woning die hij zonder eigendomsbewijs of recht betrekt weigert te verlaten

Procedure

Eerste regel: wacht niet tot het zo ver komt!

Bij private verhuur brengt de vrederechter het OCMW van de betrokken gemeente op de hoogte wanneer een vordering tot uithuiszetting bij de rechtbank wordt ingeleid. De huurder kan zich tegen die mededeling aan het OCMW verzetten. Het OCMW neemt schriftelijk contact op met de huurder en de verhuurder om te bemiddelen bij het geschil. Het OCMW biedt de nodige hulp om de uithuiszetting te vermijden.

Bij sociale verhuur brengt de sociale huisvestingsmaatschappij of het sociaal verhuurkantoor het OCMW op de hoogte van huurachterstand of andere huurproblemen nog vóór de vordering tot uithuiszetting wordt ingeleid. Het OCMW gaat dan langs bij de sociale huurder, wijst op de huurverplichtingen en biedt eventueel extra ondersteuning indien de sociale huurder bereid is om mee te werken. Dit om te vermijden dat een vordering tot uithuiszetting bij de vrederechter alsnog wordt ingeleid.

 

Deel deze pagina

dinsdag 10 april 2018